"Plastiek!"
28 oktober 2012 - Kathmandu, Nepal
Ik heb nog steeds een beetje een weeïg gevoel in mijn maag. En dat komt niet alleen door het afscheid van Ivor, gisteren... De afgelopen anderhalve week hebben we heel wat uurtjes in de bus gezeten. Een lokale bus welteverstaan. Dat wil zeggen: prachtig geverfd, in allerlei kleuren, met plek voor zo'n 32 personen. Maar waar met gemak het dubbele aantal in (en op) blijkt te gaan...
Na onze trekking wilden we heel graag naar Lumbini, de geboorteplaats van Boedhha, in het uiterste puntje van Nepal (op de grens met India). En omdat daar geen bussen voor toeristen heen gaan, besloten we - net zoals Nepalezen - een 'gewone' bus te nemen. We wilden immers iets van het 'echte' Nepal zien, toch? Wel besloten we een tussenstop te maken in Tansen, ongeveer 120 kilometer vanaf Pokhara (waar we de trekking eindigden). Dus gingen we 's ochtends vroeg naar het 'busstation'. Lees: een tafeltje voor een klein winkeltje (in wc-papier, koekjes, sigaretten en shampoo) waar ze óók kaartjes verkopen en de bussen langs de stoeprand staan. Behendig gooiden ze onze bagage op het dak en terwijl ik stond te betalen (Ivor was al ingestapt)... reed de bus weg! Zo begon - met een klein sprintje - het vervolg van onze reis. Onderweg bleek het (in onze ogen asociale) gedrag van de buschauffeur overigens heel normaal: om de paar honderd meter remde hij af en 'sprongen' er wat nieuwe mensen in. Al dan niet met geiten en kippen... Ruim zes (!!) uur lang was het enige dat we konden verstaan: "plastiek, plastiek!" Dan kwam de 'busboy' (die de mensen naar binnen hengelt en regelt dat je je bagage weer terugkrijgt) aangerend met een plastic zakje... waarin vervolgens zonder enige gêne werd overgegeven. Anderen schoven gewoon even het raampje open en staken doodleuk hun hoofd naar buiten... Ook dat bleek de normaalste zaak van de wereld. Hún wereld, want wij werden met het uur stiller. En bleker. Lang leve Primatour... En het OV. Ik zal écht nooit meer klagen...
Helaas kregen we dezelfde dag ook slecht nieuws over de gezondheid van Ivors vader: hij bleek na wekenlang kwakkelen wederom hoge koorts te hebben en werd direct opgenomen in het ziekenhuis. Dat, in combinatie met nog (minstens) zo'n lange dag in het vooruitzicht - waarbij we naar een wel héél afgelegen deel van Nepal zouden gaan - deed ons besluiten om naar Chitwan te reizen; dit Nationale Park ligt op de route naar Kathmandu en wilden we eigenlijk op de terugweg bezoeken. Drie dagen lang hebben we genoten van wéér een ander stukje van dit veelzijdige land: een prachtig natuurgebied, waar we olifanten, apen en neushoorns zagen, en - tijdens het kanooën - zelfs een krokodil.
En van de dieren weer naar de drukte... De dagen daarna zijn we wederom in en om Kathmandu geweest. Ook daar werd mijn maag op de proef gesteld: bij Pashupatinath - één van de belangrijkste hindoeïstische heiligdommen, waar de hindoegod Shiva wordt geëerd - woonden we rituele lijkverbranding bij. In het tempelcomplex aan de heilige Bagmati-rivier staat een aantal platforms (een soort altaren) waarop mensen worden gecremeerd. In het openbaar dus. De (hout)resten en as worden vervolgens in de rivier gegooid. Dagelijks nemen gelovigen in datzelfde water een ritueel reinigingsbad. Toen wij er waren speelden er ook kinderen in, en zaten mensen er zelfs hun pannen te wassen... Vanaf de overkant - zo'n tien meter - kun je de ceremonie bijwonen. Heel onwerkelijk, temeer omdat er nauwelijks sprake was van (zichtbare) emotie bij de nabestaanden. Wederom kwam de (heuse) afritsbroek van mijn moeder goed van pas: we hebben de pijpen ervan namelijk gebruikt als mondkapje, tegen de rook... Toen we de tempel - enigszins ontdaan - verlieten, bleek er bij de uitgang een bejaardentehuis te zitten. Ouderen brengen er hun laatste dagen dus letterlijk voor de deur van 'het crematorium' door...
Onze laatste dagen (samen hier, althans) zijn we naar Budhanilkantha gegaan, een buitenwijk' van Kathmandu. Daar hebben we (voor het eerst!) 'gewoon' even in de zon gelegen en een goed boek gelezen. Aan een zwembad! Daar hebben we uiteindelijk ook afscheid genomen: het zal geen verrassing zijn dat dat ons beiden - na drie intensieve weken met zoveel indrukken en onvergetelijke ervaringen - zwaar viel. Wederom een momentje dat mijn (toch al beproefde) maag niet ten goede kwam... Vanaf morgen heb ik echter voldoende afleiding, want dan gaat 'het echte leven' beginnen en start ik bij Mitrata. Spannend, maar ik heb er zin in...
Nomaals bedankt voor alle leuke, lieve, grappige en bemoedigende woorden: dat doet goed! Ik houd jullie op de hoogte!
Liefs, Judith
Na onze trekking wilden we heel graag naar Lumbini, de geboorteplaats van Boedhha, in het uiterste puntje van Nepal (op de grens met India). En omdat daar geen bussen voor toeristen heen gaan, besloten we - net zoals Nepalezen - een 'gewone' bus te nemen. We wilden immers iets van het 'echte' Nepal zien, toch? Wel besloten we een tussenstop te maken in Tansen, ongeveer 120 kilometer vanaf Pokhara (waar we de trekking eindigden). Dus gingen we 's ochtends vroeg naar het 'busstation'. Lees: een tafeltje voor een klein winkeltje (in wc-papier, koekjes, sigaretten en shampoo) waar ze óók kaartjes verkopen en de bussen langs de stoeprand staan. Behendig gooiden ze onze bagage op het dak en terwijl ik stond te betalen (Ivor was al ingestapt)... reed de bus weg! Zo begon - met een klein sprintje - het vervolg van onze reis. Onderweg bleek het (in onze ogen asociale) gedrag van de buschauffeur overigens heel normaal: om de paar honderd meter remde hij af en 'sprongen' er wat nieuwe mensen in. Al dan niet met geiten en kippen... Ruim zes (!!) uur lang was het enige dat we konden verstaan: "plastiek, plastiek!" Dan kwam de 'busboy' (die de mensen naar binnen hengelt en regelt dat je je bagage weer terugkrijgt) aangerend met een plastic zakje... waarin vervolgens zonder enige gêne werd overgegeven. Anderen schoven gewoon even het raampje open en staken doodleuk hun hoofd naar buiten... Ook dat bleek de normaalste zaak van de wereld. Hún wereld, want wij werden met het uur stiller. En bleker. Lang leve Primatour... En het OV. Ik zal écht nooit meer klagen...
Helaas kregen we dezelfde dag ook slecht nieuws over de gezondheid van Ivors vader: hij bleek na wekenlang kwakkelen wederom hoge koorts te hebben en werd direct opgenomen in het ziekenhuis. Dat, in combinatie met nog (minstens) zo'n lange dag in het vooruitzicht - waarbij we naar een wel héél afgelegen deel van Nepal zouden gaan - deed ons besluiten om naar Chitwan te reizen; dit Nationale Park ligt op de route naar Kathmandu en wilden we eigenlijk op de terugweg bezoeken. Drie dagen lang hebben we genoten van wéér een ander stukje van dit veelzijdige land: een prachtig natuurgebied, waar we olifanten, apen en neushoorns zagen, en - tijdens het kanooën - zelfs een krokodil.
En van de dieren weer naar de drukte... De dagen daarna zijn we wederom in en om Kathmandu geweest. Ook daar werd mijn maag op de proef gesteld: bij Pashupatinath - één van de belangrijkste hindoeïstische heiligdommen, waar de hindoegod Shiva wordt geëerd - woonden we rituele lijkverbranding bij. In het tempelcomplex aan de heilige Bagmati-rivier staat een aantal platforms (een soort altaren) waarop mensen worden gecremeerd. In het openbaar dus. De (hout)resten en as worden vervolgens in de rivier gegooid. Dagelijks nemen gelovigen in datzelfde water een ritueel reinigingsbad. Toen wij er waren speelden er ook kinderen in, en zaten mensen er zelfs hun pannen te wassen... Vanaf de overkant - zo'n tien meter - kun je de ceremonie bijwonen. Heel onwerkelijk, temeer omdat er nauwelijks sprake was van (zichtbare) emotie bij de nabestaanden. Wederom kwam de (heuse) afritsbroek van mijn moeder goed van pas: we hebben de pijpen ervan namelijk gebruikt als mondkapje, tegen de rook... Toen we de tempel - enigszins ontdaan - verlieten, bleek er bij de uitgang een bejaardentehuis te zitten. Ouderen brengen er hun laatste dagen dus letterlijk voor de deur van 'het crematorium' door...
Onze laatste dagen (samen hier, althans) zijn we naar Budhanilkantha gegaan, een buitenwijk' van Kathmandu. Daar hebben we (voor het eerst!) 'gewoon' even in de zon gelegen en een goed boek gelezen. Aan een zwembad! Daar hebben we uiteindelijk ook afscheid genomen: het zal geen verrassing zijn dat dat ons beiden - na drie intensieve weken met zoveel indrukken en onvergetelijke ervaringen - zwaar viel. Wederom een momentje dat mijn (toch al beproefde) maag niet ten goede kwam... Vanaf morgen heb ik echter voldoende afleiding, want dan gaat 'het echte leven' beginnen en start ik bij Mitrata. Spannend, maar ik heb er zin in...
Nomaals bedankt voor alle leuke, lieve, grappige en bemoedigende woorden: dat doet goed! Ik houd jullie op de hoogte!
Liefs, Judith
Ik zal met echte koffie klaar staan op Schiphol ;)
groetjes,
Michel
Zelfs de vervelendste momenten weet je komisch te beschrijven!
Hele gave foto's en indrukwekkende belevenissen!
We missen je en mailen/bellen/appen snel!
Heel veel succes met het werk!
Dikke kus!
Wauw, dat was het eerste wat ik dacht toen je vertelde dat je naar Nepal zou gaan. Wauw... is wat ik denk als ik je verhalen lees. Ik denk dat je je niet realiseert dat je een inspiratiebron bent voor mensen. Voor mij in elk geval. Dit is misschien wel de reis van je leven. Geniet en leer.
Martin
Op FB zag ik al weer prachtige foto's voorbij komen van de kinderen dus ik gok dat je je draai al weer gevonden hebt. Niet verrassend voor iemand met zo'n enorm aanpassingsvermogen, daadkracht en zo veel liefde in zich!! Geniet er van meid! En blijf vooral schrijven :-)
Ik kijk uit naar de volgende verslagen.
Veel liefs van allemaal en dikke kus van de kinderen!!
Kuzzzz
Veel succes in de huizen waar je gaat werken. Maar vooral ook succes met je emotionele barometer. Lieve groet, Ria Snijder.